zondag 17 mei 2020

Wanhoop ...

Smaad heeft mijn hart gebroken en ik ben zeer zwak; 
ik heb gewacht op medeleven, maar het is er niet, 
op troosters, maar ik heb ze niet gevonden.
Ja, zij hebben mij gal als mijn voedsel gegeven, 
in mijn dorst hebben zij mij zure wijn laten drinken. 
HSV

Al die spot heeft mij gebroken, ik kan niet meer. 
Ik hoopte op wat medeleven, maar tevergeefs, 
op een woord van troost, maar ik kreeg er geen. 
Ik had honger en zij gaven mij gif, 
ik had dorst en ik kreeg azijn.
GNB

Psalm 69:21,22


Ieder huisje heeft zijn kruisje.
Iedereen kent deze uitdrukking vast wel en ik geloof ook zeker dat dit zo is.
Van de buitenkant kan het lijken alsof een ander geen moeilijkheden heeft of kent, en dat alles voor de wind gaat, maar als we een kijkje van dichtbij zouden kunnen nemen, dan denk ik dat we gigantisch zullen schrikken van wat er soms bij een ander speelt.
Niet iedereen laat het even makkelijk zien als er wat is.
Sommigen zijn meesters in het verbloemen van hun emoties.
Ze zijn vaak heel meelevend naar een ander toe, maar laten niets blijken, of vertellen niets van wat er bij hen zelf speelt of leeft.
Toch heeft ieder mens zijn eigen portie leed te dragen in dit leven.
Niemand van ons komt daaronder uit.
De één misschien wat meer dan de ander, maar toch…
Leed, verdriet, pijn, zorgen en moeiten, door de zondeval is dit onlosmakend verbonden met ons leven. 

Maar niet elk leed drijft ons tot wanhoop.
Ik durf niet te beweren dat ieder mens het gevoel van wanhoop kent, de één zal eerder tot wanhoop gedreven zijn dan de ander, maar ik denk wel, dat, als we om ons heen kijken en zien/horen wat er allemaal gebeurt en speelt, dat  we ons in ieder geval wel ons kunnen voorstellen dat  mensen tot wanhoop gedreven worden.

Maar misschien weet je zelf wel als geen ander wat wanhoop is.
Ken je het gevoel van geen uitkomst meer zien.
Misschien ben je nu, op dit moment wel wanhopig door alles wat er nu gebeurt in je leven en zie je geen uitkomst meer.
Misschien ben je al langer wanhopig en heeft de wanhoop je in zijn greep genomen en ga je gebukt onder zijn wurgende greep.
Dan wil ik je graag meenemen naar Gods woord en ik bid dat je open zult staan voor de genezing die daar te vinden is.

Wanhoop.
Ja, God laat dingen toe in ons leven die ons tot wanhoop kunnen drijven, die ons wanhopig maken, die ons in zijn wurgende greep neemt.
Ook koning David ontkwam er niet aan.
De twee teksten die ter overdenking zijn gegeven komen uit Psalm 69 en als je die Psalm in zijn geheel leest, dan voel je, dan proef je, de wanhoop van David.
Hij zegt het ook zelf:
 ‘Verlos mij, o God, want het water is tot aan mijn ziel gekomen.' (HSV)
(Een andere vertaling gebruikt de voor ons bekende uitdrukking: ‘Red mij, God, want het water staat mij aan de lippen.’)


Vers 3: ‘Ik ben gezonken in bodemloze modder, waarin men niet kan staan; ik ben gekomen in de waterdiepten en de vloed overspoelt mij.’
Welk een wanhoop klinkt niet door in deze woorden.
In de volgende verzen gaat hij verder en stort hij zijn hele hart uit bij God.
Alles wat hij voelt, ervaart, hoe de dingen bij hem binnenkomen, alles legt hij bloot voor God. 
Niets houdt hij achter, ook niet zijn eigen zonden en de dwaasheden die hij heeft begaan.
Hij stort echt zijn hele hart uit bij God.
In de bovenstaande tekst zegt hij ook tegen God, hoe hij op medeleven gewacht heeft en het niet kreeg, eerder het tegenovergestelde.
Wanhoop heeft zich van hem meester gemaakt, maar hij kiest ervoor om er mee naar God toe te gaan.

Wat ons ook tot wanhoop drijft, of het nu de omstandigheden zijn of mensen, de beste weg om er niet in om te komen of te verdrinken, is door ermee naar God toe te gaan.
Dit laat David ons ook duidelijk zien.

Wat ik altijd zo bijzonder vind aan David is dat hij altijd uitkomt bij God de eer geven, Hem te loven en te prijzen, te roemen om wie Hij is.
Vaak is er nog niets aan de situatie veranderd, maar David gelooft met zijn hele hart dat God ingrijpt en hem recht zal doen.’
Hij vertrouwt op Gods barmhartigheid, Zijn liefde, Zijn rechtvaardigheid.
En op basis daarvan, op basis van dit geloof, dit kennen van zijn Heer en God, looft hij Hem, eert hij Hem, dankt hij Hem.
Ook in deze Psalm vinden we dat terug.

Vers 30: ‘Ik echter ben ellendig en lijd pijn; laat Uw heil, o God, mij in een veilige vesting zetten’ en er achteraan in vers 31: ‘Ik zal Gods Naam loven met gezang en Hem met dankzegging groot maken. 
Het zal Hem aangenamer zijn dan een offer.' (vs. 33) 
God hoort de armen, de nooddruftigen (SV), Hij veracht zijn gevangenen niet. (vs.34)
Dit is iets wat je steeds weer tegenkomt bij David.
(En veel woorden van David zijn ook verwijzingen weer naar de Here Jezus, naar Zijn lijden en sterven, naar dat Hij ons in alles gelijk geworden is.)

‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?
Ik schreeuw om hulp. maar U bent zo ver weg.
Dag en nacht roep ik, maar U, mijn God antwoordt niet, 
voor mij heeft U geen aandacht.
U bent toch …

… Heer, U hebt mij geantwoord!’
Psalm 22:2,3,22b

'Genees mij, want ik ben volkomen gebroken, 
gebroken ben ik naar lichaam en ziel. 
Hoelang nog, Heer,
hoelang moet ik nog wachten? 
ik ben moe van het vele zuchten,
elke nacht is mijn bed nat van tranen,
mijn kussen doorweekt …

… Want de Heer hoort mij als ik huil,
 de Heer luistert als ik smeek,
de Heer wijst mij niet af.'
Psalm 6: 3b,4,7,9b,10

'Mijn God, luister naar mijn smeken,
verberg U niet voor mij.

Sla acht op mijn woorden,
antwoord mij!
Nergens vind ik meer rust,
het is niet meer te dragen …

… God, de Heer, roep ik te hulp,
Hij biedt uitkomst.
Ik zal niet ophouden te klagen,
ik zal niet ophouden te kreunen,
van de ochtend tot de avond,
de Heer zal naar mij luisteren.'
Psalm 55:2,3,17,18

Zomaar even drie gedeelten uit de Psalmen waarin de wanhoop doorklinkt, maar ook steeds opnieuw het rotsvaste vertrouwen in God.
Wat geweldig dat God deze woorden in de Bijbel heeft opgenomen.
Zo weten we dat niets Hem vreemd is en dat we werkelijk met alles bij Hem mogen komen.
We hoeven niet bang te zijn dat God ons vervelend vind of een stel zeurkousen.
Kijk maar eens naar wat David schrijft: ‘Ik zal niet ophouden met klagen, kreunen …, de Heer zal naar mij luisteren.’

Graag wil ik je bemoedigen met woorden uit de Psalmen.
Gods woord, en vooral de Psalmen, zijn een Bron van Hoop en Bemoediging.
We mogen de woorden van de Psalmisten gebruiken om onze nood, onze wanhoop naar God uit te spreken, maar ook om tegelijkertijd opgebeurd en bemoedigd te worden door het geloof en vertrouwen van de schrijvers.
Zelf heb ik de Psalmen vaak gebruikt in mijn momenten van wanhoop.
Ik heb ze uitgeschreven en hardop voorgelezen, ze uitgesproken om mijn wanhopige ziel tot rust te brengen.
Om de gedachten, die mij anders in de greep van wanhoop zouden houden, op God te richten, op wie Hij is, op Zijn beloften.
Geloof me, er verandert werkelijk iets als we dit gaan doen.
Niemand kan, in de hoop op wat God kan doen,  Zijn woord hardop uitspreken zonder dat er iets gebeurt.
We kunnen het lezen, het overdenken, maar er gebeurt echt pas iets als we er wat mee doen.
Er zit kracht in Zijn woord!

Maar, Heer, U bent voor mij als een schild,
U bent mijn eer, 
om U houd ik het hoofd opgericht.
Wanneer ik de Heer om hulp roep,
antwoord Hij mij vanaf Zijn heilige berg.
Ik ben gaan slapen en ik ben weer ontwaakt;
de Heer heeft mij onder Zijn hoede.

In de morgen al hoort U mij roepen, 
in de morgen al leg ik alles aan U voor 
en wacht op Uw antwoord.
Heer, wie U zijn toegedaan, kunnen op U rekenen;
wie bij U hun toevlucht zoeken,
laat U niet in de steek.

Wie zich door de Heer laten leiden,
zich naar Hem richt:
Mocht hij eens vallen, 
de Heer grijpt hem bij de hand.

God is onze toevlucht,
Hij geeft ons kracht;
in de grootste nood 
heeft Hij ons geholpen.



De Heer zal mij Zijn liefde geven, elke dag,
Zijn lied zal ik horen, elke nacht,
een gebed tot de God
die mij in leven houdt.
Ik zal tegen Hem zeggen:
‘U bent mijn toevlucht.’

De Almachtige Heer is aan onze zijde,
onze burcht is de God van Jakob!

Ik zal zingen over Uw kracht,
juichen over Uw liefde, mijn God,
vanaf de vroege morgen.
Want U bent een burcht voor mij,
een toevlucht in nood.
Ik zal zingen voor U,
want U geeft mij kracht.
God, U bent mijn burcht,
de God die van mij houdt.
Ps. 3:4-6; Ps.5:4; Ps. 9:11; Ps. Ps. 37:23,24; Ps. 46:2: Ps. 42;9,10a; Ps. 46:8; Ps. 59:17,18            
 
Bij U, de Allerhoogste, zoek ik mijn bescherming,
in de nabijheid van U, de Almachtige, wil ik verblijven,
want dan kan ik zeggen:
"U, Here bent mijn schuilplaats, 
bij U ben ik veilig en geborgen, 
op U kan ik vertrouwen,"
U, Heere, bedekt mij met Uw vleugels,
onder Uw hoede ben ik veilig.
Uw trouw is als een beschermend schild rondom mij.
Ja, Heere, bij U zoek ik mijn bescherming,
in Uw nabijheid wil ik zijn.
Ps. 91:1,2,4,9


Lieve Vader in de hemel.
Ik wil  U danken, danken voor Uw liefde, voor Uw trouw.
Voor uw goedheid, Uw bewogenheid.
Ik wil u danken dat ik, net als David, het in al mijn moeiten en zorgen, in al mijn wanhoop, tot U mag uitroepen en dat U mij dan hoort en antwoordt.
Als ik uw woord lees, Vader, dan ben ik zo blij en dankbaar om de vele herkenning die ik erin vind.
Daardoor mag ik weten dat niets U vreemd is en niets raar of te min of te onbelangrijk.
Heer, David laat ons zien, en ook de andere Psalmisten, dat we met alles bij U mogen komen en dat U het fijn vindt als we U alles zeggen; U deelgenoot maken van alles wat er in ons leven gebeurt.
U verlangt ernaar dat we U in elk onderdeel van ons leven betrekken.
Onze pijn en verdriet, is Uw pijn en verdriet.
Leer ons, Vader, om zo ook als we wanhopig zijn, U te zoeken en op Uw woord te vertrouwen.
Als de wanhoop in ons leven toeslaat, dan wordt het zo donker in ons leven.
Daarom bid ik U, Vader, dat toch een sprankje van U licht ergens doorheen zal komen, zodat wij niet zullen vergeten om U ook te zoeken in onze diepe wanhoop.
Want U bent het antwoord in elke situatie van ons leven.
Met U kunnen wij alles aan.
Hoe moeilijk alles ook is, zelfs al vallen wij, Uw woord zegt ons dat U er altijd bent en dat U ons weer opricht als wij vallen.
Daarmee, lieve Vader, kan het leven of de dingen van het leven ons soms wanhopig maken, tot wanhoop drijven, maar behoeven wij er niet in te blijven.
U kunt en wilt ons genezen van de pijn en verwoesting van de wanhoop.
Dank U, Vader, voor Uw liefde en Uw trouw.
Ik prijs en eer Uw grote Naam.

- Amen - 

 
Laat Uw licht schijnen, Heer,
in de wanhoop
die het leven mij soms brengt.

Laat Uw licht schijnen,
en dan met mijn wanhoop 
worden vermengd.

Laat Uw licht schijnen, Heer,
zodat de wanhoop oplost
in het schijnsel van Uw licht.

Laat zo Uw licht schijnen,
en in mijn hart
verrijst een lofgedicht.

U, en U alleen, bent waardig,
te ontvangen alle lof en alle eer.
U, en U alleen, bent waardig;
ik prijs en aanbid U, mijn koning en Heer.

dinsdag 5 mei 2020

Volkomen bescherming

U verbergt hen in het verborgene van Uw aangezicht
voor het hoogmoedig gedrag van de man;
U doet hen schuilen in een hut
voor het getwist van tongen.
Psalm 31:21

Soms lijkt het wel alsof de satan ongestoord zijn gang kan gaan; dat er niets of niemand is die hem tegenhoudt, terugroept of hem aan banden legt.
Hij is de overste van deze wereld (Johannes12:31), de god van deze eeuw (2 Korinthe 4:4) en hij gaat rond als een briesende leeuw op zoek naar wie hij kan verslinden (1 Petrus 5:8)
Het is zijn doel om zoveel mogelijk mensen nog te verleiden tot het kwaad en hij vindt het heerlijk om het de mens daarin zo moeilijk mogelijk te maken.
Zijn macht is groot, heel groot, we moeten hem niet onderschatten.
Aan de andere kant moeten we hem echter ook niet overschatten en hem meer macht moeten toekennen dan hij werkelijk heeft.
Satan kan niets meer doen dan dat God hem toestaat om te doen.
Het is dus heel belangrijk dat we onze vijand kennen.

Maar naast het kennen van onze vijand is het nog belangrijker om Hem te kennen die alles in Zijn hand heeft en aan wie alles en iedereen, dus ook de satan, is onderworpen.

God is de Almachtige. (Genesis 17:1, 35:11a, Jesaja 46:9-10 etc.)
Alles, zowel in de hemel als op de aarde, behoort Hem toe.
Als Beth Moore spreekt over wat voor een geweldige de opluchting het is om te weten dat we nooit hoeven te strijden tegen iets wat buiten Gods jurisdictie valt, dan is dat omdat alles, alles wat in de hemel is en op, onder, boven de aarde, het hele universum, onder Zijn jurisdictie valt, onder Zijn macht, Zijn soevereiniteit, Zijn rechtspraak.
God staat boven alles!
Hij is boven alles verheven!
Alles is aan Hem onderworpen!
Dit betekent ook dat er niets is, geen enkele strijd of gevecht, die Hij niet zou kunnen winnen.
Waar Zijn tegenstanders zich ook bevinden, het maakt niet uit, want alles is van Hem, is Zijn terrein en is daarmee aan Hem onderworpen.

Wat een geweldige opluchting ligt daar inderdaad in voor ons.
Waar we ook doorheen gaan, wat er ook in ons leven gebeurt, welke strijd wij ook hebben te strijden: God staat aan het hoofd en heeft alles in Zijn hand.
Hij strijdt met en voor ons.
Ja, en nog meer, Hij beschermt ons.
Bij Hem mogen we schuilen.
Hij verbergt ons zelfs.
Toen er een opdracht uit gegeven was om Jeremia en Baruch gevangen te nemen, zorgde God ervoor dat ze niet werden ontdekt. (Jeremia 36:26)

Hij verbergt ons in het verborgene van Zijn aangezicht.
Hij doet ons schuilen in een hut …

Wat er ook gaande is in ons leven, hoe bedreigend het ook is, op wat voor manier dan ook, als we naar Hem toegaan zal Hij ons troosten, bemoedigen, kracht geven.
Als we bij Hem schuilen, dan schuilen we bij Degene die over alles heerst, dus ook over de situaties waarin we verkeren, over de dingen die gebeuren.
Als we naar Hem toegaan, zullen we door Hem worden beschermd.

Onze God is de Almachtige, de Schepper van hemel en aarde.
Met Hem aan onze zij, hoeven we nooit bang te zijn, want Hij zorgt voor ons.
Iedere dag opnieuw.
Bij Hem zijn we veilig.


Lieve Vader in de hemel,
vergeef mij dat ik mij soms zo laat verblinden door de omstandigheden of de dingen die gebeuren, dat ik niet goed meer zie hoe U er bij bent en klaarstaat om voor mij te zorgen, te strijden, mij te beschermen, mij te verbergen.
Ik weet het allemaal wel, Heer, dat is misschien nog wel het ergste.
Ik weet dat ik omhoog zou moeten blijven kijken naar U, naar wie U bent, naar wat U doet, naar wat U zegt, naar wat U belooft.
En toch gebeurt het dat ik me te neer laat drukken door alles en vergeet hoe volkomen Uw bescherming is.
Ik kan U alleen maar bidden, Vader, dat U het mij leert door de kracht van Uw Heilige Geest, om te leven vanuit die volkomen bescherming die ik heb bij U.
Wat zal er dan een ruimte komen in mijn denken, in mijn voelen, in mijn handel en in mijn wandel.
Oh ja, Vader, leer mij van daaruit te leven.
Dank U wel, dat ik volkomen beschermd ben door U.
U bent de Allerhoogste!
Geprezen zij Uw grote Naam!

- Amen -


Zijn huis is mijn toevluchtsoord;
in het verborgene van Zijn aangezicht
verbergt Hij mij.
Zijn aanwezigheid
is de beschermende muur
om mij heen.

Bescherming,
volkomen bescherming,
ik vind het nergens anders
dan bij Hem alleen.

Ik kijk om mij heen
en zie hoe ik aan alle kanten
word belaagd.
Scherpe woorden striemen,
moeilijkheden beuken,
als een storm
wordt alles opgejaagd.

Ik kijk om mij heen
en vraag mij af
hoe ik kan blijven staan.
Het is te veel,
ik ben te zwak,
vertwijf’ling slaat toe,
ik kan dit allemaal niet aan.

En terwijl ik om mij heen kijk,
hoor ik een stem,
die zachtjes tot mij spreekt:
‘Kijk omhoog,
vertrouw op Mij;
zie hoe in Mijn licht
alles verbleekt.’

Ik richt mijn blik omhoog,
weg van alle moeiten,
weg van alle zorgen.
Mijn ogen gaan open
en ik besef: Hij is mijn schuilplaats;
bij Hem ben ik veilig
en geborgen.

vrijdag 1 mei 2020

Behoefte aan liefde ...

Doe mij in de morgen Uw goedertierenheid horen,
want ik vertrouw op U;
maak mij de weg bekend die ik te gaan heb,
want tot U hef ik mijn ziel op.
HSV

Laat mij in de morgen uw liefde horen,
in u stel ik mijn vertrouwen,
wijs mij de weg die ik gaan moet,
mijn ziel verlangt naar u.
NBV

Psalm 143:8

Deze week gaat het over onze behoefte aan Liefde en dan wel de Liefde met de hoofdletter L.
En dan wordt niet bedoeld onze onderlinge liefde, of de liefde voor je partner, je kind, je vriend of vriendin of … vul maar in.
Nee, deze week spreekt het citaat over onze behoefte aan de Liefde van God.
Vandaar mijn schrijven over Liefde met de hoofdletter L.

In wezen is ieder mens zoekende, zoekende naar iets wat hem/haar voldoening geeft, gelukkig maakt, tevreden, geliefd.
De één zoekt het hierin en de ander weer ergens anders, maar in wezen zijn we allemaal maar op zoek naar één ding: de Liefde van God.
Nu zullen er velen zijn die gelijk op hun achterste benen staan en zeggen:’Nou, dus mooi niet. Ik geloof niet eens in God, hoe zou ik dan kunnen verlangen naar Zijn Liefde? Doe even normaal zeg.’
Tja, velen zijn zich er niet van bewust dat dat eigenlijk hetgeen is waar ze uiteindelijk, soms hun hele leven lang, naar op zoek zijn of zijn geweest.

In ieder mens zit een leegte die alleen gevuld kan worden door zijn Maker, door zijn Schepper.
En of je nu in Hem gelooft of niet, of je Zijn bestaan nu erkent of niet; ieder mens is op zoek naar ‘iets’ wat die leegte kan vullen, maar niemand anders dan God alleen kan van je houden op de manier die je nodig hebt en zo die leegte vullen.

Ouders zijn de belangrijkste personen voor een kind.
En ieder kind hunkert naar de liefde en aandacht van zijn ouders, naar erkenning van hen, naar een complimentje, dat ze trots zijn op je, …
Je hebt het nodig om je goed te kunnen ontwikkelen, zowel emotioneel, lichamelijk als geestelijk.
Eigenlijk kun je wel zeggen dat ieder mens dat nodig heeft, want ook later als mensen ouder worden zie je nog steeds die behoefte aan goedkeuring, aan erkenning, aan aandacht en liefde.
Bij kleine kinderen kun je het goed zien aan de manier van aandacht vragen, als ze het niet op een positieve manier krijgen, dan vragen ze er wel om via een negatieve manier.

In wezen is het ook zo met ons en God.
God heeft ons geschapen, dus onze oorsprong is in Hem.
En hoewel onze ouders onze behoefte aan liefde en aandacht zoveel mogelijk kunnen vervullen, ten diepste blijft onze hunkering naar de Liefde van God, want in Hem ligt ons oorspronkelijke ontstaan en bestaan.
En pas als we Hem leren kennen door het offer van de Here Jezus als onze Vader, zal onze diepste behoefte, onze diepste hunkering, onze diepste leegte gevuld worden.
Zijn liefde is te allen tijd onvoorwaardelijk.
Alleen Hij, die ons gemaakt heeft, weet wat wij ten diepste nodig hebben en alleen Hij kan daarom ons die Liefde geven waar wij behoefte aan hebben.
Niets en niemand anders kan die leegte vullen.

En daarom weerklinkt Davids stem in de vroege morgen naar God, zijn Vader, toe:
Laat mij Uw stem weer horen, Uw liefde voelen, elke morgen opnieuw!
Op U vertrouw ik.
Wijs mij de weg die ik moet gaan;
mijn ziel verlangt naar U!

David weet waar zijn oorsprong is.
David weet, dat er een gapende leegte is zonder God.
David weet dat hij zonder God niets kan en hij schreeuwt het uit naar God.
Hem heeft hij nodig, iedere dag opnieuw; zonder God is zijn leven zinloos en doelloos.


Lieve Vader in de hemel, ik dank U voor Uw liefde voor mij.
Ik dank U, dat U precies weet wat ik nodig heb.
Ik dank U, omdat Uw liefde onvoorwaardelijk is.
Wat ik ook gedaan heb, wat ik ook doe, Uw liefde voor mij verflauwt nooit.
Er is niets wat ik kan doen waardoor U meer van mij zal gaan houden, maar er is ook niets wat ik kan doen waardoor U minder van mij zal houden.
Wat een liefde, wat een rijkdom.
Vader, ik bid U zo voor hen die nog zoekende zijn, zoekende naar iets om de leegte in hun leven op te vullen.
Ik bid U, Vader, dat zij U zullen gaan zoeken, zodat die leegte gevuld kan worden.
Want U zegt in Uw woord, dat wie zoekt vindt, dus als zij U zoeken , zullen zij U vinden.
U alleen, Vader, kan het diepste verlangen wat in ons zit vervullen en ik bid dat ogen en harten open zullen gaan en dat zij die U niet kennen, dat mogen gaan zien en zo ook Uw Liefde zullen gaan ervaren.
Dat ook zij mogen gaan ontdekken, dat hun diepste behoefte aan Liefde alleen gevuld kan worden door U.
Maak zo harten zacht, Vader, opdat ze ontvankelijk worden voor de waarheid.

In Jezus' Naam,

- Amen -


O Heer, mijn God,
U, ja, U alleen,
bent alles wat ik nodig heb,
U alleen
vult mijn diepst verlangen.
Uw Liefde voor mij
vult mijn mond
met lofgezangen.

O Heer, mijn God,
naar U,
ja, naar U verlangt mijn ziel.
Uw stem wil ik horen,
Uw stem wil ik verstaan.
Uw wil verlang ik te doen;
Uw wegen
wil ik gaan.

O Heer, mijn God,
laat mij,
ja, laat mij toch iedere morgen
Uw stem horen
en Uw Liefde ervaren.
In Uw Liefde ben ik geborgen
en Uw hand
zal mij bewaren.

- Amen -

zaterdag 17 november 2018

Schuilen bij de Allerhoogste

Soms kunnen er situaties in ons leven zijn die ons zorg geven en benauwen, maar waar we niets (of weinig) aan kunnen doen.
In deze momenten is schuilen bij de Allerhoogste; onze toevlucht te zoeken bij Hem en Zijn woord het beste dat we kunnen doen.

‘God, U bent mijn toevlucht en mijn vesting,
U bent in hoge mate een hulp gebleken in benauwdheden, daarom zal ik (ook nu) niet bevreesd zijn.
Ja, zelfs al veranderde de aarde van plaats, werden de bergen verzet naar het hart van zeeën; laat haar water maar bruisen, laat het maar schuimen, laat de bergen maar beven door haar onstuimigheid.
U, de Heere van de legermachten bent met mij; U, de God van Jacob, bent mijn veilige vesting.

Daarom is mijn ziel stil voor God, want van Hem is mijn heil.
Hij is mijn rots en mijn heil, mijn veilige vesting, ik zal niet teveel wankelen.
Ja, mijn ziel, wees stil voor God, want van Hem is mijn verwachting.
Het staat vast dat Hij mijn rots is en mijn heil, mijn veilige vesting: ik zal niet wankelen.
In Hem is mijn heil en mijn eer; mijn sterke rots, mijn toevlucht is in God!
Voor Zijn aangezicht stort ik mijn hart uit, en ik vertrouw op Hem, want Hij is mijn toevlucht.

Ik schuil bij de Allerhoogste, overnacht in de schaduw van de Almachtige.
Hij is mijn toevlucht en mijn burcht, de God op Wie ik vertrouw.
Hij beschut mij met Zijn vlerken, onder Zijn vleugels neem ik mijn toevlucht, Zijn trouw is een schild en een pantser.

Ja, Heere, U bent mijn toevlucht en mijn vesting; mijn hulp in benauwdheden, ik zal niet vrezen!
Ja, Heere, mijn ziel is stil voor U, want van U is mijn verwachting, mijn heil.
Ik vertrouw op U, o Allerhoogste.
U bent mijn toevlucht en mijn vesting.'

- Amen -


Naar: Psalm 46:2-4,8; Psalm 62;2,3,6-9; Psalm 91:1,2,4

zondag 15 april 2018

Aanbidding

Hem aanbidden, Hem grootmaken, is meer dan alleen maar zingen.
Hem aanbidden is erkennen dat Hij de Allerhoogste is, de Schepper van hemel en aarde, van alles wat leeft.
Hem aanbidden is Hem dienen met ons leven.
Hem aanbidden is niet afhankelijk van hoe wij ons voelen, of hoe onze omstandigheden zijn.
En het bijzondere is, dat als wij Hem de eer geven die Hem toekomt, zelfs in onze grootste en diepste nood, dan komt Hij naar ons toe en schenkt ons een vrede die ieder menselijk verstand te boven gaat.
Als we Hem aanbidden, dan komt alles in het juiste perspectief; dan zien we Zijn grootheid en worden onze problemen kleiner, omdat we gaan zien dat Hij alles in Zijn hand heeft en er niets buiten Hem om gebeurt.
Er zijn ook heel wat Psalmen waarin God wordt groot gemaakt.
De Psalmisten zwegen niet en verkondigden de grootheid God met hart en ziel.
Zij beseften de grootheid van God, ze erkenden dat Hij en Hij alleen hun lofprijs waard was en ze wilden dat aan iedereen vertellen.
‘Loof de Here, mijn ziel, en alles wat in mij is, prijst Zijn heilige naam!’ (Ps. 103)
‘Halleluja, looft God in Zijn heiligdom!’ (Ps. 150)
‘Ja, het is goed voor onze God te zingen!
 Goed om Hem te eren met een lied!’ (Ps. 147)
Laten ook wij Hem aanbidden met onze stem, met ons leven.
Laten we Hem aanbidden door Jezus zichtbaar te laten zijn of worden in ons leven.
Laten we vertellen van het wonder van genade en zo God grootmaken.


Met mijn mond
verkondig ik Zijn lof,
met mijn stem
verhoog ik Zijn Naam;
hetzij alleen
of met de heiligen saam.

Met mijn leven
aanbid ik Hem,
vanuit mijn hart
geef ik Hem de eer;
in blijde of in droeve dagen,
ik loof en prijs mijn geliefde Heer.

Hij is mijn aanbidding waard,
want Hij is groot en hoogverheven.
Mijn loflied klinkt,
vrede doorstroomt mijn leven.

dinsdag 7 oktober 2014

Mijn hulp is van de Heere!

Ik sla mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal.
Mijn hulp is van de Heere, Die hemel en aarde gemaakt heeft. 

Deze woorden uit Psalm 121 (vers 1,2) zullen bij velen zeer bekend zijn.
Deze woorden bemoedigen en sterken ons.
Het is ook goed om ze voor te houden, steeds opnieuw; en dan niet alleen als we het moeilijk hebben, maar ook als alles goed gaat, zodat we niet vergeten tot wie wij ons kunnen keren als we hulp nodig hebben.
Uit deze twee verzen klinkt ook de zekerheid die we hebben als het gaat over het ontvangen van hulp van God.
Ik sla mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal; mijn hulp is van de Heere!

Maar, hoe kunnen we daar zo zeker van zijn?
Wil die grote God; de Almachtige, de Alwetende, de Ontzagwekkende, de Schepper van hemel en aarde, echt wel bemoeienis hebben met onze mensen dingetjes?
Zijn ze niet te klein, te onbeduidend voor Hem?
Zou Hij wel iets begrijpen van de dingen waar wij als mens soms door heen gaan?
Zou Hij wel iets begrijpen en mee kunnen voelen van en in onze moeiten en zorgen, van onze pijn en verdriet, van onze noden en beproevingen?
Ja, dat doet Hij zeker!
Hij, Jaweh, de ‘Ik ben’, heeft Zijn Zoon naar deze wereld gezonden.
Jezus werd mens, volledig mens en is ons in alles gelijk geworden.
God is niet in de hemel gebleven en kijk op afstand naar ons; nee, Hij zond Zijn Zoon en in Jezus, Zijn Zoon, hebben wij iemand die ons volledig kan begrijpen en met ons mee kan voelen.
En daarmee ook God Zelf, want Hij en Zijn Zoon zijn één. (Johannes 14:10,11)
Er is niets dat Hij niet kent.
Hij weet wat het is om verdriet en pijn te hebben, honger en dorst.
Hij kent de pijn van afwijzing; Hij kent het verdriet van de dood; Hij kent al onze noden enz..
En juist omdat Hij ook alles heeft meegemaakt kunnen we er zeker van zijn dat we hulp zullen ontvangen als we Hem daarom vragen.

Laten we vasthouden aan het geloof dat we belijden: we hebben een verheven Hogepriester die de hemel is binnengegaan – Jezus, de Zoon van God.
Onze Hogepriester kan volledig meevoelen met al onze zwakheden.
Hij heeft alle beproevingen net zo ondergaan als wij.
Alleen, gezondigd heeft Hij niet.
We kunnen dus vol vertrouwen naderen tot de troon van de genadige God.
Daar zullen we barmhartig en genadig behandeld worden en op de juiste tijd hulp ontvangen.

Hebreeën 4:14-16


Mijn hulp is van de Heere
en ik nader tot de troon
van de genadige God
in het volste vertrouwen.
Hij zal mij barmhartig zijn
en hulp geven op de juiste tijd.
Ja, mijn hulp is van de Heere,
want op Hem is mijn vertrouwen.

Mijn hulp is van de Heere,
van Hem, die weet, begrijpt en voelt
waar ik door heen moet gaan.
Mijn hulp is van de Heere,
want in alles is Hij mij
voorgegaan.

Mijn hulp is van de Heere,
van Hem, die mens werd zoals wij
en daarom in alles naast ons kan staan.
Mijn hulp is van de Heere;
omdat Hij als 't ware
in mijn schoenen heeft gestaan.

woensdag 27 augustus 2014

God eren in je werk

God eert het werk; dus eert God in je werk.
©Max Lucado

God eren in je werk.
Mijn gedachten gaan alle kanten uit.
Ik moet denken aan onze gaven en talenten die een ieder van ons heeft ontvangen van God.
Ik moet denken aan de mogelijkheden die wel of niet binnen bereik liggen.
Ik moet denken aan de grote werkeloosheid van deze tijd.
Ik moet denken aan geld; is er genoeg om te studeren of niet.
Ik moet denken aan levensomstandigheden.
Het zou geweldig zijn als we allemaal de baan zouden hebben die we zo graag zouden willen hebben; het werk konden doen wat we geweldig vinden en waar we goed in zijn en nog voldoende zou opleveren ook om van te kunnen leven.
Dan zouden we God het beste eren in, met en door ons werk.
Zo zouden we de gaven en talenten die Hij ons gegeven heeft goed kunnen inzetten en gebruiken.
Helaas is dit voor velen geen realiteit.
Ik denk dat er veel mensen zijn die op dit moment werk hebben wat zij helemaal niet zo leuk vinden, waar zij geen voldoening in vinden of waar zij helemaal niet het gevoel in hebben iets te betekenen voor de samenleving of de wereld.
Werk, wat zij alleen maar doen om geld te verdienen en zo te kunnen voorzien in het onderhoud van henzelf en/of gezin en waarbij ze nu niet bepaald het idee hebben of krijgen dat zij God met dit werk eren.
En toch …
Toch geloof ik dat we God ook hierin kunnen en misschien wel ook moeten eren; simpelweg door de manier waarop we dit werk doen.
Huishoudelijk werk is niet altijd één van de leukste dingen om te doen, soms baal ik er echt van.
Weer die wc, weer die badkamer met al die haren, weer die eeuwig terugkerende was, weer …
En toch geloof ik dat God tegen mij zegt: Doe dit zo goed als je kan, want (ook) hiermee eer je  Mij.
Doe het zo goed als je kunt; met vreugde, omdat het voor mij is.
Misschien is dit wel de sleutel tot het eren van God in ons werk: beseffen dat alles wat we doen, we in wezen voor Hem doen.

De lieflijkheid van de Heere, onze God, zij over ons; 
bevestig het werk van onze handen over ons, 
ja, het werk van onze handen, bevestig dat. 

Psalm 90:17


Heer,
laat mij bij alles
wat ik doe
voor ogen houden,
dat ik het
voor U verricht,
opdat zo
het werk
mijner handen
tot U komt
als een lofgedicht.

Bevestig mijn werk
en maak het tot een zegen Heer.
Zegen mijn werk
opdat het zij tot Uw glorie en eer.