Smaad heeft mijn hart gebroken en ik ben zeer zwak;
ik heb gewacht op medeleven, maar het is er niet,
op troosters, maar ik heb ze niet gevonden.
Ja, zij hebben mij gal als mijn voedsel gegeven,
in mijn dorst hebben zij mij zure wijn laten drinken.
HSV
Al die spot heeft mij gebroken, ik kan niet meer.
Ik hoopte op wat medeleven, maar tevergeefs,
op een woord van troost, maar ik kreeg er geen.
Ik had honger en zij gaven mij gif,
ik had dorst en ik kreeg azijn.
GNB
Psalm 69:21,22
Ieder huisje heeft zijn kruisje.
Iedereen kent deze uitdrukking vast wel en ik geloof ook zeker dat dit zo is.
Van de buitenkant kan het lijken alsof een ander geen moeilijkheden heeft of kent, en dat alles voor de wind gaat, maar als we een kijkje van dichtbij zouden kunnen nemen, dan denk ik dat we gigantisch zullen schrikken van wat er soms bij een ander speelt.
Niet iedereen laat het even makkelijk zien als er wat is.
Sommigen zijn meesters in het verbloemen van hun emoties.
Ze zijn vaak heel meelevend naar een ander toe, maar laten niets blijken, of vertellen niets van wat er bij hen zelf speelt of leeft.
Toch heeft ieder mens zijn eigen portie leed te dragen in dit leven.
Niemand van ons komt daaronder uit.
De één misschien wat meer dan de ander, maar toch…
Leed, verdriet, pijn, zorgen en moeiten, door de zondeval is dit onlosmakend verbonden met ons leven.
Maar niet elk leed drijft ons tot wanhoop.
Ik durf niet te beweren dat ieder mens het gevoel van wanhoop kent, de één zal eerder tot wanhoop gedreven zijn dan de ander, maar ik denk wel, dat, als we om ons heen kijken en zien/horen wat er allemaal gebeurt en speelt, dat we ons in ieder geval wel ons kunnen voorstellen dat mensen tot wanhoop gedreven worden.
Maar misschien weet je zelf wel als geen ander wat wanhoop is.
Ken je het gevoel van geen uitkomst meer zien.
Misschien ben je nu, op dit moment wel wanhopig door alles wat er nu gebeurt in je leven en zie je geen uitkomst meer.
Misschien ben je al langer wanhopig en heeft de wanhoop je in zijn greep genomen en ga je gebukt onder zijn wurgende greep.
Dan wil ik je graag meenemen naar Gods woord en ik bid dat je open zult staan voor de genezing die daar te vinden is.
Wanhoop.
Ja, God laat dingen toe in ons leven die ons tot wanhoop kunnen drijven, die ons wanhopig maken, die ons in zijn wurgende greep neemt.
Ook koning David ontkwam er niet aan.
De twee teksten die ter overdenking zijn gegeven komen uit Psalm 69 en als je die Psalm in zijn geheel leest, dan voel je, dan proef je, de wanhoop van David.
Hij zegt het ook zelf:
‘Verlos mij, o God, want het water is tot aan mijn ziel gekomen.' (HSV)
(Een andere vertaling gebruikt de voor ons bekende uitdrukking: ‘Red mij, God, want het water staat mij aan de lippen.’)
Vers 3: ‘Ik ben gezonken in bodemloze modder, waarin men niet kan staan; ik ben gekomen in de waterdiepten en de vloed overspoelt mij.’
Welk een wanhoop klinkt niet door in deze woorden.
In de volgende verzen gaat hij verder en stort hij zijn hele hart uit bij God.
Alles wat hij voelt, ervaart, hoe de dingen bij hem binnenkomen, alles legt hij bloot voor God.
Niets houdt hij achter, ook niet zijn eigen zonden en de dwaasheden die hij heeft begaan.
Hij stort echt zijn hele hart uit bij God.
In de bovenstaande tekst zegt hij ook tegen God, hoe hij op medeleven gewacht heeft en het niet kreeg, eerder het tegenovergestelde.
Wanhoop heeft zich van hem meester gemaakt, maar hij kiest ervoor om er mee naar God toe te gaan.
Wat ons ook tot wanhoop drijft, of het nu de omstandigheden zijn of mensen, de beste weg om er niet in om te komen of te verdrinken, is door ermee naar God toe te gaan.
Dit laat David ons ook duidelijk zien.
Wat ik altijd zo bijzonder vind aan David is dat hij altijd uitkomt bij God de eer geven, Hem te loven en te prijzen, te roemen om wie Hij is.
Vaak is er nog niets aan de situatie veranderd, maar David gelooft met zijn hele hart dat God ingrijpt en hem recht zal doen.’
Hij vertrouwt op Gods barmhartigheid, Zijn liefde, Zijn rechtvaardigheid.
En op basis daarvan, op basis van dit geloof, dit kennen van zijn Heer en God, looft hij Hem, eert hij Hem, dankt hij Hem.
Ook in deze Psalm vinden we dat terug.
Vers 30: ‘Ik echter ben ellendig en lijd pijn; laat Uw heil, o God, mij in een veilige vesting zetten’ en er achteraan in vers 31: ‘Ik zal Gods Naam loven met gezang en Hem met dankzegging groot maken.
Het zal Hem aangenamer zijn dan een offer.' (vs. 33)
God hoort de armen, de nooddruftigen (SV), Hij veracht zijn gevangenen niet. (vs.34)
Dit is iets wat je steeds weer tegenkomt bij David.
(En veel woorden van David zijn ook verwijzingen weer naar de Here Jezus, naar Zijn lijden en sterven, naar dat Hij ons in alles gelijk geworden is.)
‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?
Ik schreeuw om hulp. maar U bent zo ver weg.
Dag en nacht roep ik, maar U, mijn God antwoordt niet,
voor mij heeft U geen aandacht.
U bent toch …
… Heer, U hebt mij geantwoord!’
Psalm 22:2,3,22b
'Genees mij, want ik ben volkomen gebroken,
gebroken ben ik naar lichaam en ziel.
Hoelang nog, Heer,
hoelang moet ik nog wachten?
ik ben moe van het vele zuchten,
elke nacht is mijn bed nat van tranen,
mijn kussen doorweekt …
… Want de Heer hoort mij als ik huil,
de Heer luistert als ik smeek,
de Heer wijst mij niet af.'
Psalm 6: 3b,4,7,9b,10
'Mijn God, luister naar mijn smeken,
verberg U niet voor mij.
Sla acht op mijn woorden,
antwoord mij!
Nergens vind ik meer rust,
het is niet meer te dragen …
… God, de Heer, roep ik te hulp,
Hij biedt uitkomst.
Ik zal niet ophouden te klagen,
ik zal niet ophouden te kreunen,
van de ochtend tot de avond,
de Heer zal naar mij luisteren.'
Psalm 55:2,3,17,18
Zomaar even drie gedeelten uit de Psalmen waarin de wanhoop doorklinkt, maar ook steeds opnieuw het rotsvaste vertrouwen in God.
Wat geweldig dat God deze woorden in de Bijbel heeft opgenomen.
Zo weten we dat niets Hem vreemd is en dat we werkelijk met alles bij Hem mogen komen.
We hoeven niet bang te zijn dat God ons vervelend vind of een stel zeurkousen.
Kijk maar eens naar wat David schrijft: ‘Ik zal niet ophouden met klagen, kreunen …, de Heer zal naar mij luisteren.’
Graag wil ik je bemoedigen met woorden uit de Psalmen.
Gods woord, en vooral de Psalmen, zijn een Bron van Hoop en Bemoediging.
We mogen de woorden van de Psalmisten gebruiken om onze nood, onze wanhoop naar God uit te spreken, maar ook om tegelijkertijd opgebeurd en bemoedigd te worden door het geloof en vertrouwen van de schrijvers.
Zelf heb ik de Psalmen vaak gebruikt in mijn momenten van wanhoop.
Ik heb ze uitgeschreven en hardop voorgelezen, ze uitgesproken om mijn wanhopige ziel tot rust te brengen.
Om de gedachten, die mij anders in de greep van wanhoop zouden houden, op God te richten, op wie Hij is, op Zijn beloften.
Geloof me, er verandert werkelijk iets als we dit gaan doen.
Niemand kan, in de hoop op wat God kan doen, Zijn woord hardop uitspreken zonder dat er iets gebeurt.
We kunnen het lezen, het overdenken, maar er gebeurt echt pas iets als we er wat mee doen.
Er zit kracht in Zijn woord!
Maar, Heer, U bent voor mij als een schild,
U bent mijn eer,
om U houd ik het hoofd opgericht.
Wanneer ik de Heer om hulp roep,
antwoord Hij mij vanaf Zijn heilige berg.
Ik ben gaan slapen en ik ben weer ontwaakt;
de Heer heeft mij onder Zijn hoede.
In de morgen al hoort U mij roepen,
in de morgen al leg ik alles aan U voor
en wacht op Uw antwoord.
Heer, wie U zijn toegedaan, kunnen op U rekenen;
wie bij U hun toevlucht zoeken,
laat U niet in de steek.
Wie zich door de Heer laten leiden,
zich naar Hem richt:
Mocht hij eens vallen,
de Heer grijpt hem bij de hand.
God is onze toevlucht,
Hij geeft ons kracht;
in de grootste nood
heeft Hij ons geholpen.
De Heer zal mij Zijn liefde geven, elke dag,
Zijn lied zal ik horen, elke nacht,
een gebed tot de God
die mij in leven houdt.
Ik zal tegen Hem zeggen:
‘U bent mijn toevlucht.’
De Almachtige Heer is aan onze zijde,
onze burcht is de God van Jakob!
Ik zal zingen over Uw kracht,
juichen over Uw liefde, mijn God,
vanaf de vroege morgen.
Want U bent een burcht voor mij,
een toevlucht in nood.
Ik zal zingen voor U,
want U geeft mij kracht.
God, U bent mijn burcht,
de God die van mij houdt.
Ps. 3:4-6; Ps.5:4; Ps. 9:11; Ps. Ps. 37:23,24; Ps. 46:2: Ps. 42;9,10a; Ps. 46:8; Ps. 59:17,18
Bij U, de Allerhoogste, zoek ik mijn bescherming,
in de nabijheid van U, de Almachtige, wil ik verblijven,
want dan kan ik zeggen:
"U, Here bent mijn schuilplaats,
bij U ben ik veilig en geborgen,
op U kan ik vertrouwen,"
U, Heere, bedekt mij met Uw vleugels,
onder Uw hoede ben ik veilig.
Uw trouw is als een beschermend schild rondom mij.
Ja, Heere, bij U zoek ik mijn bescherming,
in Uw nabijheid wil ik zijn.
Ps. 91:1,2,4,9
Lieve Vader in de hemel.
Ik wil U danken, danken voor Uw liefde, voor Uw trouw.
Voor uw goedheid, Uw bewogenheid.
Ik wil u danken dat ik, net als David, het in al mijn moeiten en zorgen, in al mijn wanhoop, tot U mag uitroepen en dat U mij dan hoort en antwoordt.
Als ik uw woord lees, Vader, dan ben ik zo blij en dankbaar om de vele herkenning die ik erin vind.
Daardoor mag ik weten dat niets U vreemd is en niets raar of te min of te onbelangrijk.
Heer, David laat ons zien, en ook de andere Psalmisten, dat we met alles bij U mogen komen en dat U het fijn vindt als we U alles zeggen; U deelgenoot maken van alles wat er in ons leven gebeurt.
U verlangt ernaar dat we U in elk onderdeel van ons leven betrekken.
Onze pijn en verdriet, is Uw pijn en verdriet.
Leer ons, Vader, om zo ook als we wanhopig zijn, U te zoeken en op Uw woord te vertrouwen.
Als de wanhoop in ons leven toeslaat, dan wordt het zo donker in ons leven.
Daarom bid ik U, Vader, dat toch een sprankje van U licht ergens doorheen zal komen, zodat wij niet zullen vergeten om U ook te zoeken in onze diepe wanhoop.
Want U bent het antwoord in elke situatie van ons leven.
Met U kunnen wij alles aan.
Hoe moeilijk alles ook is, zelfs al vallen wij, Uw woord zegt ons dat U er altijd bent en dat U ons weer opricht als wij vallen.
Daarmee, lieve Vader, kan het leven of de dingen van het leven ons soms wanhopig maken, tot wanhoop drijven, maar behoeven wij er niet in te blijven.
U kunt en wilt ons genezen van de pijn en verwoesting van de wanhoop.
Dank U, Vader, voor Uw liefde en Uw trouw.
Ik prijs en eer Uw grote Naam.
- Amen -
Laat Uw licht schijnen, Heer,
in de wanhoop
die het leven mij soms brengt.
Laat Uw licht schijnen,
en dan met mijn wanhoop
worden vermengd.
Laat Uw licht schijnen, Heer,
zodat de wanhoop oplost
in het schijnsel van Uw licht.
Laat zo Uw licht schijnen,
en in mijn hart
verrijst een lofgedicht.
U, en U alleen, bent waardig,
te ontvangen alle lof en alle eer.
U, en U alleen, bent waardig;
ik prijs en aanbid U, mijn koning en Heer.