zondag 3 augustus 2014

Getrouw en sterk is de Heere

Van David.
Ik zal U loven met mijn ganse hart,
in de tegenwoordigheid der goden zal ik U psalmzingen.
Ik zal mij nederbuigen naar Uw heilige tempel
en Uw naam prijzen om Uw goedertierenheid en trouw,
want Gij hebt, om Uws grote Naams wil,
Uw toezegging heerlijk gemaakt.
Ten dage dat ik riep, hebt Gij mij geantwoord,
Gij hebt mij bemoedigd met kracht in mijn ziel.

Alle koningen der aarde zullen U, o HERE, loven,
wanneer zij de woorden van Uw mond gehoord hebben;
zij zullen zingen van de wegen des HEREN,
want de heerlijkheid des HEREN is groot.
Want de HERE is verheven, en Hij aanschouwt de nederige,
maar de hovaardige kent Hij van verre.

Wanneer ik wandel te midden van benauwdheid,
behoudt Gij mij in het leven;
tegen de toorn van mijn vijanden strekt Gij Uw hand uit,
en Uw rechterhand verlost mij.
De HERE zal het voor mij voleindigen.
O HERE, Uw goedertierenheid is tot in eeuwigheid.
Laat niet varen de werken Uwer handen.

Psalm 138

Wat een geweldige Psalm; wat een geweldig woord.
Wat voor David gold, geldt ook voor ons, want de God van David is ook onze God.
Wat God voor David deed, doet Hij ook voor ons.
De Psalm is als het ware een ode aan God, maar tevens een bron van bemoediging voor ons.

David begint met God te loven en te prijzen.
Zijn hart is vol van lofprijzing en waar hij ook is, wie er ook in zijn nabijheid of omgeving is; hij moet God loven en prijzen.
In zijn lofprijzing beseft hij zijn eigen plaats ('Ik zal mij nederbuigen naar Uw heilige tempel') heel goed en van daaruit wil hij God grootmaken om wie Hij is en om wat Hij heeft gedaan.
En hij gaat opnoemen al wat God is en wat Hij doet.
'God is goedertieren, dat wil zeggen: genadig, vergevensgezind,
 zachtmoedig, barmhartig en die goedertierenheid is voor eeuwig.
 God is trouw.
 God doet wat Hij zegt.
 God antwoord als wij Hem roepen.
 God bemoedigt ons met kracht voor onze ziel.
 God heeft oog voor de geringe.
 God ziet naar ons om als wij het moeilijk hebben, in nood verkeren en zorgt
 ervoor dat wij niet bezwijken.
 God helpt ons, red ons, verlost ons.
 God zal niet ophouden om voor ons te zorgen totdat Zijn werk klaar is.
Is dit geen bron van bemoediging voor ons?
Is dit niet een houvast voor ons als wij het moeilijk hebben?
Is dit ook voor ons geen reden om God groot te maken; Hem te loven en te prijzen?

Ik zie het als het ware voor me, hoe David zich voor het open raam neerbuigt met zijn gezicht naar Gods tempel en het hardop uitspreekt, uitzingt, wie God is en alles wat Hij heeft gedaan.
De mensen horen het en vertellen het door.
Alle koningen van de aarde zullen er van horen en daardoor God gaan loven en prijzen, ja, gaan zingen van wat God heeft gedaan en doet.
Het kan immers niet anders, want de heerlijkheid van God is zo groot!

David geeft God de eer die Hem toekomt.
David geeft God de plaats die Hem toekomt
David spreekt het uit en houdt het niet voor zich.
En David bidt, dat God nooit zal ophouden met wat Zijn hand begonnen is te doen.


Heere,
Vader God,
met David buig ik neer om U te aanbidden en Uw Naam groot te maken.
Ik wil U loven en prijzen, want U bent God, de Allerhoogste.
Dank U, dat ik Uw kind mag zijn en U Vader mag noemen.
Dank U, dat wat U voor David deed, ook voor mij doet.
Uw trouw, Uw goedertierenheid is voor eeuwig; houdt nooit op te bestaan.
Hoe groot, hoe geweldig bent U!
Dank U, dat ik mag zien, dat Uw hand nog steeds niet ophoudt met het werk te voltooien wat Uw hand begonnen was te doen.
In mijn leven, dat van mijn man en van mijn kinderen.
U ziet naar een ieder van ons om en helpt ons.
Hoe moeilijk soms de wegen zijn die we moeten gaan, U zorgt ervoor dat wij niet bezwijken.
Uw hand is daar om ons te redden, te verlossen, te bevrijden.
U, de Hoogverhevene, ziet om naar ons kleine mensen.
Hoe onvoorstelbaar groot is Uw liefde, Uw genade, Uw goedheid.
Ik loof U, Heer, ik prijs U, met mijn ganse hart.

- Amen -

Geen opmerkingen:

Een reactie posten